In opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport heeft de Universiteit Utrecht de afgelopen maanden meetgegevens van Rijkswaterstaat en de Nederlandse waterschappen geanalyseerd. Het onderzoek, dat liep van ongeveer 2018 tot eind 2022, had als doel de bronnen van PFAS-concentraties in Nederlands oppervlaktewater te identificeren.
In totaal werden 170 locaties geïdentificeerd met afwijkende PFAS-concentraties, wat wijst op mogelijke nabije bronnen van vervuiling. Bij sommige locaties konden de verhoogde concentraties gelinkt worden aan bedrijven zoals Chemours in Dordrecht, die bekend staan om het lozen van PFAS.
Wethouder Roelant Bijderwieden benadrukt het belang van het rapport en de noodzaak voor gemeenten om inzicht te hebben in de bronnen en verspreiding van PFAS. Hij pleit voor de instelling van een continu monitoringssysteem dat de vrijkomende stoffen, uitstoot en lozingen nauwlettend in de gaten houdt.
Dit monitoringssysteem speelt een cruciale rol in het vroegtijdig detecteren van schadelijke stoffen zoals PFAS, waardoor milieuschade beperkt kan worden. Bovendien draagt het bij aan een schonere leefomgeving voor zowel mens als milieu door toezicht op de naleving van regels te versterken.
ILT kondigt aan dat het lopende onderzoek naar PFAS-bronnen wordt voortgezet met actuelere data, in samenwerking met Rijkswaterstaat, waterschappen en omgevingsdiensten. Door nauwere samenwerking en gedetailleerdere monitoring kunnen verdere maatregelen worden genomen om de impact van PFAS op het oppervlaktewater te verminderen.