In de Nederlandse steden begint een opmerkelijk fenomeen steeds prominenter te worden: de halsbandparkieten. Deze knalgroene en luidruchtige vogels, oorspronkelijk afkomstig uit India en Centraal-Afrika, hebben geleidelijk hun weg gevonden naar de Nederlandse stedelijke gebieden.
Het verhaal begint met Ernst van Gelder, die in Sliedrecht getuige is van deze kleurrijke vogels die dol zijn op gepelde zonnebloempitten. Van Gelder meldt dat tot wel 10 halsbandparkieten zich tegelijkertijd in zijn tuin wagen, maar slechts 4 van hen kunnen daadwerkelijk genieten van de lekkernij, terwijl de anderen geduldig wachten in de omliggende struiken en bomen.
Het verhaal van de halsbandparkieten in Nederland begint met ontsnapte en losgelaten kooivogels die hun vrijheid vonden en nieuwe populaties hebben gevormd. De meeste van deze exotische vogels zijn te vinden in de randstad, met een bijzondere concentratie in en rond Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.
In de wintermaanden vinden de halsbandparkieten de ideale omstandigheden in stedelijk gebied, waar het iets warmer is en er meer tuinen zijn waar ze gevoerd worden. Deze 'stadsverwarming' geeft de vogels uit zuidelijke streken de nodige voeding en beschutting om de winter in Nederland te overleven.
Niet beperkt tot de grootstedelijke gebieden, breiden de halsbandparkieten zich nog steeds uit naar buitenwijken en landelijke regio's zoals de Alblasserwaard, Hardinxveld-Giessendam en nu ook steeds vaker in Sliedrecht.